Longbiopt transthoracaal

U ligt op een onderzoeksbank en afhankelijk van de plaats waar geprikt moet worden, ligt u op de rug of op de buik. Eerst wordt door de longarts met een echografie-apparaat de plaats bepaald waar geprikt zal worden. U krijgt dan een plaatselijke verdoving die direct werkt. Het inspuiten van de verdovingsvloeistof kan een branderig gevoel onder de huid geven. 

Daarna wordt een klein sneetje in de huid gemaakt; u zult alleen voelen dat de longarts bezig is, het doet geen pijn. Hierna wordt de biopsienaald ingebracht om de stukjes weefsel af te nemen. Het duurt meestal een minuut of 5. De biopsienaald wordt vervolgens verwijderd en met het echografie-apparaat wordt er gekeken of er geen klaplong is opgetreden. Het kan zijn dat u bloed ophoest tijdens of kort na het afnemen van de stukjes weefsel. Bijna altijd is dit een kleine hoeveelheid en kan geen kwaad.

In sommige gevallen komt het voor dat u pijn op de borstkas krijgt tijdens of kort na het afnemen van de stukjes weefsel. Dit kan een klaplong (pneumothorax) zijn, dat wordt met een longfoto duidelijk. De longarts die de biopten bij u gedaan heeft legt u dan uit of er verdere behandeling nodig is.